Baron de Vinck
“Ik geloof dat Zillebeke zich nooit meer zou herstellen, mocht papa niet meer terugkeren.”
De 23-jarige Daisy de Vinck weet het pionierswerk van haar vader baron Gaston de Vinck, kasteelheer op ’t Hooge en burgemeester van Zillebeke, perfect te voorspellen.
Het is december 1918 en Daisy is met haar vader en broer Pierre vanuit Versailles naar ’t Hooge teruggekeerd om een mogelijke terugkeer na de verwoestende oorlog voor te bereiden. Baron de Vinck vindt bijna niet meer terug waar zijn kasteel vier jaar geleden nog stond, maar zal desondanks als één van de eersten naar de Westhoek terugkeren en vol goede moed aan de heropbouw beginnen.
Hij bouwt een betonnen noodwoning van het type ‘Jouret & Speltinckx’ en is als eerste inwoner van Zillebeke een pionier ‘pur sang’. Door zijn aanwezigheid komen de dorpelingen terug, en herbouwen ze het Hooge en Zillebeke met volle moed.
Koningin Elisabeth vindt het pionierswerk van Baron de Vinck zo lovenswaardig, dat ze hem een bezoek brengt in zijn barak.